DE STEENMAKERS

Mijn vader was een steenfabriekarbeider  (een steenmaker dus) en met hem nog vele. Het was in de 30er en 40er jaren een hard en armoedig bestaan. De steenfabrieken stonden in de polders meestal dicht aan een rivier gelegen. De arbeiders woonden veelal direct naast of in de buurt van de diverse steenfabrieken. Het was een veelal armoedig, zwaar, ongeschoold en ondergewaardeerd beroep waar ook jongen kinderen en vrouwen voor werden ingezet. In de jaren na de oorlog kwam er langzaam wat verbetering voor de arbeiders door de komst van machines. Daardoor werden de zwaarste werkzaamheden uit handen genomen. Maar ik durf gerust te zeggen dat steenfabriekarbeider in die tijd een van de zwaarste beroepen was. De oorlog had natuurlijk zijn tol geëist. Het heeft vele slachtoffers gekost en hele steden waren plat gebombardeerd. De steenfabrieken moesten op volle toeren draaien om aan de vraag van stenen te kunnen voldoen en werkweken van 80 tot 100 uur waren dan ook heel normaal. De steenfabrieken profiteerden van de wederopbouw, wat vooral zichtbaar was aan de villas, buitenhuizen en stulpjes van de eigenaren. Ook de arbeiders mochten wat mee profiteren van de “welvaart”. Er werden hele kleine arbeidershuisjes gebouwd waar de werkman mocht wonen zolang hij op de steenfabriek werkte. Was je langer als een jaar ziek of bij overlijden moest er plaats gemaakt worden voor de volgende arbeider. Het waren hele kleine huisjes met een keuken en kamer (in één ruimte) 1 slaapkamertje beneden en 2 slaapkamertjes boven, wassen deden ze in een zinken teiltje en de poepdoos stond buiten. Net achter de keuken bevond zich het varkenshok en die was van levensbelang. Het varken had bijna net zoveel ruimte als het hele gezin (vaak wel 8 tot 16 personen) bij elkaar. In de 60er en 70er jaren werden de werkomstandigheden voor de arbeiders langzaam beter. Machines namen nog meer de zwaardere werkzaamheden over en de arbeiders en hun gezinnen kregen ook wat meer tijd voor andere dingen. Maar het bleef vaak toch noodzaak, zoals de eigen moestuin af en toe een keer vissen en de vangst ging dan ook de pan. Omdat er vaak zoveel monden gevoed moesten werden deze toch veelal aangewend voor eigen consumptie. Ik ben opgegroeid bij en op de steenfabriek, een mooiere speelplek kon je je niet bedenken en daar ben ik ook in kontact gekomen met de duiven(sport). De steenfabriek was een prima plek voor verdwaalde en uitgeputte duiven. Ze gingen vaak onder de kap bij de oven zitten omdat het daar lekker warm was. Via een opening onder de kap konden de duiven op de vloer boven de ovens komen, waar arbeiders hun bonen, erwten, mais en uien lieten drogen, dus daar lag voldoende voer voor de duiven om aan te sterken. De duivensport had inmiddels zijn intrede gedaan en was ook onder de steenfabriekarbeider erg populair. En zo waren ook de uitgeputte en verdwaalde duiven met een vaste voetring erg populair onder de duivenmelkers. Menige duif is gevangen en terecht gekomen in de duivenhokken van de steenfabriekmannen. Soms om mee te gaan vliegen of om uit te kweken, vooral duiven met een buitenlandse ring vonden gretig aftrek en waren natuurlijk de beste duiven (weinig veranderd met de huidige tijd). Op de club waar de duivenmelkers elkaar ontmoeten werd er onder het genot van een borreltje altijd weer gesproken over de opvangduiven op de’Nove ( De Oven zo werd de fabriek genoemd) Maar duiven waren niet alleen bestemd voor de vluchten, de beste bleven zitten en de laatkomers kwamen terecht in de duivensoep. In de70er en 80er jaren ging het snel met de modernisering van de steenfabrieken. De werkzaamheden en werktijden werden wat aangenamer dus was er meer tijd om de duivensport te bedrijven. In mijn beleving waren het toen bij ons in de regio de hoogtij dagen van de duivensport. Verenigingen van 40 a’ 50 spelende leden waren geen uitzondering en er werd naar harte lust deelgenomen aan de wedvluchten. Ik weet nog dat de plaatselijke kolenboer bij een wedvlucht vanaf Barcelona of St.Vincent een auto heeft gewonnen. Dat was groot nieuws natuurlijk en de kolenboer was The King Of The World en wereldberoemd in ons dorp. Twee weken later moest en zou deze topduif weer gespeeld worden, op de volgende wedvlucht. De duif was helemaal volgepoeld en zou weleens laten zien wat hij kon. Niets was minder waar de bewuste topduif  hebben ze nooit meer gezien. Ik weet nog dat ik stiekem hoopte dat de duif ergens op een steenfabriek onder de kap lekker in de warmte zat en zichzelf tegoed deed aan bonen erwten en mais, om daarna richting huis te komen. Niet dus!!!  Zoals mijn moeder weleens zijn ”Je moet niet je bezit vergroten maar je  hebzucht verminderen, daar word je een gelukkiger mens van” . Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.

STATIGE DAME

Toen we een paar jaar geleden ons huis hadden verkocht waren we tijdelijk verhuisd naar een bejaardenflat, of zoals ze het hier noemen een senior luxe appartementen complex. Nu wonen in deze luxe appartementen bewoners die over het algemeen nooit hebben gespaard om geld op hun bankrekening te krijgen, hun bankrekening was bij hun geboorte al tot de nok toe gevuld. (het enige wat ze wel hebben gespaard zijn airmiles). Je kunt dan ook aan alles zien dat deze mensen in weelde zijn opgegroeid. Zo heeft het gros nog een werkster (zo wordt dat nog genoemd) die komen van 1 keer tot wel 5 keer per week werken en dienen in de verloren uren als gezelschap. Maar als er familie of vrinden op visite komen moet de schort weer aan en staan de werkster weer vol overgave in de keuken om het bezoek van theetje of koffietje met het daarbij behorende bonbonnetje of kaakje te voorzien. Zo is dit appartementencomplex ook voorzien van een chic restaurant (met uitzicht op de bostuin) waar je “á la carte kunt bestellen met het daarbij behorende wijn arrangement. Verder is er nog een cinema (bioscoop) een fitnessruimte waar onder begeleiding van een instructeur gefitnesst kan worden en een beautysalon. Daarnaast is er nog een ontmoetingsruimte waar kerk en recepties worden gehouden. En dan niet te vergeten de tuinzaal (the place to be)  waar na het diner onder het genot van een Whisky , Chardonaytje of soms ook een bubbeltje, piano en bridge wordt gespeeld. Zo kwam ik afgelopen week zo rond een uur of tien in de avond aan bij ons tijdelijke woonadres. Ik parkeerde de auto bij de achteringang van het complex, toen ik uitstapte merkte ik dat ik de sleutels van ons appartement vergeten had. Ik stond bij de auto en hoorde uit de tuinkamer de vrolijke tonen van de piano door de schemeravond galmen. Terwijl ik een klein duivenmandje uit de auto pakte, bedacht ik me dat de tuindeuren open stonden anders kon je de piano buiten niet zo goed te horen. Ik bedacht me geen moment en met het duivenmandje in de hand liep ik richting tuinkamer waar inderdaad de deuren openstonden om via deze weg naar ons appartement te lopen. Toen ik naar binnen liep werd ik aangesproken door een statige mevrouw met zilvergrijs haar een mooie kobaltblauwe zijden blouse, een beige linnenbroek en zilveren muiltjes met strikjes. Zei vroeg mij op een gebiedende toon waar de reis naar toe ging. Ik vertelde haar dat wij hier tijdelijk woonde en dat ik de sleutel was vergeten, en via de tuinkamer naar ons appartement wilde lopen. Ze keek me aan en vroeg toen wat er in dat mandje zat, ik vertelde haar dat ik postduiven had en dat ik wat jonge duiven had meegenomen voor een kennis. Oh postduiven zei ze ”bestaan die nog” mijn man had vroeger ook postduiven vervolgde ze. We woonden toen nog in onze villa “Et Porta Coeli” (wat zoveel betekent als poort naar de hemel)  ging ze verder, op de bovenverdieping van de villa hield mijn man postduiven, die hij ook aan wedstrijden mee liet doen en dat deed hij niet onfortuinlijk. Samen met een bevrinde dierenarts zaten ze uren in het duivenverblijf over duiven te filosoferen. Mijn man zei ze, was ervan overtuigd dat alleen kerngezonde duiven konden presteren en riep ook regelmatig de hulp van zijn bevrinde dierenarts in. Ook heb ik ze ook weleens horen spreken over middeltjes waardoor de duiven sneller gingen vliegen en een langer uithoudingsvermogen kregen. Met een glimlach vertelde ze dat haar man een bevlogen duivenliefhebber was, die na het overlijden van bevrinde dierenarts de prestaties zag achteruit gaan. Een jaar na zijn overlijden is hij gestopt met de duivensport. Hij kon zijn passie niet meer delen. Tijdens onze laatste verhuizing, ging ze verder kwam ik in de garage nog duiven-reismanden en van die klokken tegen. Ook vond ik nog een boekje met allerlei nummers en gedetailleerde omschrijvingen van duiven en prijzen die ze gewonnen hadden. Ze keek een beetje voor zich uit en zuchtte alles is op de container gegooid er is niks van bewaard gebleven. Zijn er nog veel duivenliefhebbers vroeg ze, ik vertelde haar dat het ledenaantal de laatste jaren met rassé schreden achteruit waren gegaan.  Verder vertelde ik haar dat de Nederlandse Postduiven Organisatie hard aan het werk is om de duivensport aan te passen aan de normen van de huidige tijd. Ze keek me aan en zei ik hoop dat het gaat lukken. De pianist had tijdens ons gesprek een beetje meegeluisterd en toen ik de tuinzaal uitliep begeleide hij mij muzikaal met het liedje “alle duiven op de dam”. Toen ik later op de bank in ons appartement zat  vroeg ik mij af welke middeltjes de bevrinde dierenarts toen al wist te fabriceren, om de prestaties van de duiven te beïnvloeden. Zoals mijn moeder weleens zei “een slechte prestatie is ook een prestatie en een opmaat om het de volgende keer beter te doen. Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.

UPDATE 28 FEBRUARI 2020 DUIVEN , KWEEK EN WAT VERDER TER TAFEL KOMT (wvttk)

 

Het is alweer bijna maart de kweek is nog in volle gang. Bij sommige liefhebbers vliegen de eerste jongen al rondom het huis. Zouden er liefhebbers aan het africhten zijn? Nééééé dat zal toch niet !!!!!!. Maar je weet maar nooit. In ieder geval komt er weer een mooie tijd aan voor de duiven melker. Als het goed is zijn de duiven geselecteerd en gaan we ons opmaken voor het aankomende vliegseizoen. In onze club komt dit jaar een dierenarts. De leden kunnen vrijwillig meedoen aan een onderzoek van 4 duiven en een mestonderzoek en verder zijn er ook nog diverse mogelijkheden om de duiven te laten enten. Ik vindt het een goed initiatief al stuit het in de club wel hier en daar op weerstand omdat sommige leden het gevoel krijgen dat ze met de billen bloot moeten en afgerekend of erger nog aangekeken worden als hun duiven iets mankeren. Ik denk zelf dat het een goede zaak is en dat je als club en leden hier volwassen mee om moet gaan. Op deze manier heb je een beter inzicht over de gezondheid van je duiven en waar nodig kun je er ruimschoots voor het vliegseizoen nog wat aan doen. Daarbij is het ook een activiteit op de club waar de melkers weer bij kunnen praten over de kweek, het nieuwe vliegseizoen en alles wat met de duivensport te maken heeft.

 

De afgelopen weken is er op TV een serie uitgezonden “Onze jongens op Java” Mijn vader heeft 3 jaar in voormalig Ned-Indië gediend . Ik heb over deze periode als eens een stukje geschreven. Nu naar de uitzending op TV over deze oorlog. Heb ik gemeend ter nagedachtenis van mijn vader deze Column nogmaals te plaatsen op mijn site. Zeker omdat er nu veel meer duidelijk is geworden over de strijd die de militairen hebben moeten leveren. Niet tegen hun tegenstanders maar ook met zichzelf.

Voor Koningin en Vaderland

4 en 5 mei worden door heel Nederland op allerlei manieren herdacht. Zo ook in het dorp waar ik woon.Afgelopen week viel bij mijn thuis een briefje op de mat. Het was een persoonlijke uitnodiging van het plaatselijke herdenkingscomité. Dit comité bestaande uit vijf mensen organiseert al jaren de herdenking voor mensen uit ons dorp die tijdens diverse oorlogen zijn overleden, of zijn gesneuveld tijdens gevecht. Het is een mooie bijeenkomst die plaats vindt op het kerkplein. De herdenking wordt muzikaal opgeluisterd door de plaatselijke harmonie en het plaatselijke zangkoor. Ook zijn er wat notabelen en dorpelingen die middels zang, vertellingen en gedichten hun licht laten schijnen over de gebeurtenissen en impact tijdens de oorlog(en).

Nou wil het geval dat mijn vader jarenlang betrokken is geweest bij deze club omdat hij samen met nog een aantal Nederlands-Indië veteranen de oorlog hadden overleefd en op deze manier hun gevallen kameraden hebben herdacht. Sinds het overlijden van mijn vader krijgen wij als familie elk jaar weer een persoonlijke uitnodiging om onder de grote boom vol roze bloesem te komen zitten, om de herdenking bij te wonen. Elk jaar als de uitnodiging op de mat valt, denk ik weer terug aan de gesprekken die ik met mijn vader had over zijn 3 jaren in Nederlands-Indië.

Het was net na de 2e wereld oorlog dat mijn vader werd opgeroepen (en vele met hem) om ver van huis onze kolonie te gaan verdedigen voor “Koningin en Vaderland”. En zoals mijn vader achteraf zei dat dit de grootste onzin was die hij gehoord had. Hij vertelde dat ze in Ermelo in een tijd van zes weken, getraind in de sneeuw, werden klaargestoomd om deze klus te gaan klaren! Er was net na de II WO niet voldoende legerkleding voorradig, alleen de wat hogere in rang hadden uniformen. De jongens voor het front liepen in een terlenka broek met geitenwollen sokken die over de broekspijpen werd gedaan om toch een klein beetje op een stoere militair te lijken. De (super getrainde) mannen werden met honderden op een grote zeeschuimer gezet en naar (Oost) Nederlands-Indië vervoerd. Om daar los gelaten te worden in een land ver van huis zonder familie en nog met de II WO in gedachten.

Na de Japanse overgave roept de regering van Indonesië de onafhankelijkheid uit. Nederland wil Ned.Indië graag behouden en stuurt diverse bataljons Jagers en Grenadiers om deel te nemen aan politionele acties. Ook werd De Eerste Divisie 7 December opgericht om als speciale eenheid rust, orde en veiligheid te herstellen. Mijn vader werd met zijn bataljon gestationeerd op Oost-Java vlakbij het mooie Surabaya. Ver van huis in een heel andere cultuur en tropisch klimaat werden ze in Sumenep gelegerd om terecht te komen in een gruwelijke anti-guerrilla oorlog. In een oorlogssituatie ver van huis worden je dienstmaten je familie en ontstaan er vriendschappen voor het leven. Zo was dat voor mijn vader ook het geval. Uit deze periode heeft hij tot aan zijn overlijden toe twee grote vriendschappen overgehouden, waarvan er met één van hen een hele bijzondere band. Ze waren op patrouille en moesten via een brug de rivier oversteken, tijdens de oversteek kwamen ze onder vuur te liggen en mijn vader raakte met de zware bepakking te water. Hij kwam in de stroming terecht en door de zware bepakking kon mijn vader zich niet boven water houden. Een tiental meters verder de rivier op heeft zijn dienstmaat hem aan de haren boven water en aan de kant getrokken. En zo heeft mijn vader, toen ze tijdens wéér een patrouille met hun carrier (half rupsvoertuig) op een bermbom liepen en er diverse doden en gewonden dienstmaten waren. Heeft hij ervoor gezorgd dat de nog levende zo goed mogelijk verstopt en in veiligheid kwamen. Daarnaast heeft hij alle handwapens meegenomen om 10 km verderop hulp te halen, zodat zijn gesneuvelde en gewonde dienstkameraden opgehaald konden worden.

Jaren later in 1995 is mijn vader onderscheiden voor deze actie met het Draaginsigne gewonden. “VULNERATUS NEC VICTUS” wat zoveel betekent als verwond maar niet overwonnen. Dit insigne is in Nederland pas in 1990 ingesteld en heeft dezelfde waarde als het Purple Hart in het Amerikaanse leger. Dit insigne heeft hij verdiend en gekregen op voorspraak van zijn goede vriend en dienstmaat “Piet Boon”.

Ik heb mijn beste duif vernoemd naar deze man “de Piet Boon 902” Deze man kwam uit een roemruchte duivenfamilie in Alblasserdam en hij en zijn familie konden het ook zeer waarderen dat ik de duif naar hem heb vernoemd en een foto van heb laten maken. Deze heeft een prominente plaats in zijn woning heeft gekregen. Beide mannen zijn helaas overleden allebei op 86 jarige leeftijd.

Ik wil dan ook een lans breken voor deze bijna uitgestorven generatie Indiëgangers die met de WO II in hun hoofd werden uitgezonden naar een ver vreemd land om daar voor “Koningin en Vaderland “te gaan vechten. Om bij terugkomst en ook nog later te worden verguisd door de publieke opinie. En zoals mijn vader dan ook zei, Voor god en vaderland, we waren bang en hadden heimwee en wilden hoe dan ook overleven. Veel van deze mannen kwamen getraumatiseerd terug. Er was toen nog niets van PTSS, dus ook geen begeleiding. Ze moesten zelf hun weg weten te vinden, en al hun herinneringen en gebeurtenissen zien te verwerken. Wij als kinderen van deze militairen zijn opgevoed met hun angsten en trauma’s, iets waar ik later pas achter kwam en merkte dat het toch een bepaalde impact heeft gehad in je leven.

Gelukkig is er voor de militairen die nu uitgezonden worden voldoende aandacht en begeleiding als ze terug komen van een missie. Zodat deze mensen hun verhaal kwijt kunnen en waar nodig hulp krijgen.

En zoals mijn moeder dan zei; “Je vader heeft acht jaar oorlog gehad en de rest van zijn leven ondergedoken gezeten. Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.

Ter nagedachtenis aan mijn vader en alle gesneuvelden (ruim 6000) en alle overlevenden, die bij terugkomst in Nederland niet het begrip kregen wat ze hadden verdiend.

 

Peter van Fulpen

 

KROMME TENEN

Vanuit een zonnig Madeira (land van liefde en zon volgens Eddy Christiano). Zit ik in de ochtendzon met uitzicht op zee en niet geheel onbelangrijk een kopje koffie. De eerste paar dagen van een vakantie is het toch even acclimatiseren en tot rust komen. En juist op de momenten dat je meer tot rust komt. Komen vanzelf de overdenkingen over je werk, privé en natuurlijk ook over het afgelopen duivenseizoen. Voor mij persoonlijk heb ik met de oude duiven een beetje een mee vliegseizoen gehad met hier en daar een prijsje maar dat was het ook wel. Daarentegen met de jonge duiven was het een leuk seizoen met verschillende kopprijsjes, met een mooie eindklassering. Wat ik mezelf bijna na elk vliegseizoen afvraag is “hoeveel seizoenen volgen er nog”? Je hoopt natuurlijk op zoveel mogelijk, maar hoe realistisch is dat! De afgelopen jaren zie je de ledenaantallen in de sport teruglopen. En de vraag is hoe krijg je er nieuwe leden bij. Wat ik ook merk ondanks deze terugloop, dat het lijkt of men steeds meer egoïstisch wordt. Misschien komt dat ook wel omdat er minder leden zijn en het egoïsme dan beter opvalt. Of zou het echt zo zijn? Ik lees veel en luister ook graag naar wat andere duivenliefhebbers te vertellen hebben. Zo sprak ik laatst een duivenmelker die zich nogal boos maakte om een artikel in een duivenblad en dit met kromme tenen in zijn schoenen had zitten lezen. Daarin liet een (groot kampioen) over zichzelf schrijven dat hij integer en bescheiden is!!!!. En dat was nog niet het ergste ging hij verder. Hij ergerde zich vooral dat hij rondbazuinde dat hij dit jaar met de jonge duiven weer bij de kampioenen zat zonder zijn beste duiven te spelen. Dan vraag ik me af hoe bescheiden je bent!!!. En daarnaast hoe weet je als je je (beste) duiven niet speelt dat het je beste duiven zijn???? Ik denk dat valse bescheidenheid een betere kwalificatie is van de persoon in kwestie ging hij onverdroten verder. Zou deze (kampioen) nu echt denken dat de duivenmelkers die zo een verhaal lezen op hun achterhoofd zijn gevallen. “Ik dacht het niet”besloot hij zijn relaas. Ik zei tegen hem dat de meeste kampioenen deze arrogantie niet ten toon spreiden. Maar hij spant toch wel de kroon begon de man opnieuw. Afgunst daar hebben ze het over als ze kritiek krijgen. Maar dat is het helemaal niet je kunt een topmelker zijn maar dat wil niet zeggen dat je ook een fijne collega melker bent. Je moet niet vergeten zei hij, mensen hebben vaak geen hekel aan de persoon, maar vooral aan zijn gedrag. Hij is echt niet onbescheiden en integer sloot hij af deze man doet alles voor eigen gewin. Ik heb later het desbetreffende stukje ook nog gelezen en inderdaad mij bekroop een beetje hetzelfde gevoel. Wat ik mezelf dan afvraag. Zou deze man met zijn (bescheiden) reputatie in de gaten hebben wat dit met collega melkers doet. Of is zijn egoïsme en ego zo groot dat alles moet wijken voor zijn eigen gewin. Wat ik me ook afvraag of deze kritische teksten ook in een duivenblad zouden worden gepubliceerd. Ik denk wel dat het goed zou zijn want dat is ook duivensport anno 2019. Tussen alle mooie verhalen over prestaties en kampioenen mag ook best een kritische noot staan. Dat is ook duivensport en realiteit. Er zullen altijd mensen zijn die zich aangesproken zouden kunnen voelen, maar dat is met alles wat er geschreven wordt. Het zou misschien weleens goed zijn om meer verhalen me een kritische noot te publiceren. Zodat we aan het denken worden gezet over alles wat met de duivensport te maken heeft. En misschien zouden diegene die zich aangesproken voel daar hun voordeel uit kunnen halen. En zoals mijn moeder weleens zei “zachte heelmeesters maken stinkende wonden” Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.

11 oktober 2019

Vakantie! ik was er echt aan toe!!! hoor ik nog weleens zo rond om me heen. Mensen leven vaak naar een vakantie toe en hoe dichterbij de vakantie komt hoe meer moe je wordt. Als dan uiteindelijk de vakantie is aangebroken wordt er sommige gevallen in de auto gestapt. En dan gas op de lolly om 12oo km aan een ruk te rijden (liefts nog met een caravan erachter) om maar zo snel mogelijk op de plaats van bestemming te zijn. Goh wat ben ik moe zeg!!!! hoor je ze dan roepen. Vindt je het gek? denk ik dan een beroeps chauffeur moet om de 7 uur of zoiets pauze nemen en de vrouw/man met de luxe auto en caravan jassen aan één stuk door. Ik vind op vakantie gaan altijd van die stress momenten of je nou met de fiets, auto of vliegtuig gaat het blijft stressen. Bij mij begint de vakantie pas echt als ik op de plaats van bestemming ben, de koffers heb uitgepakt, het bed heb getest en dan een heerlijk drankje erbij. Dan begint het genieten pas echt en krijg je het vakantiegevoel van alles mag en niks hoeft. Behalve als mijn vrouw erbij is die heeft alle brochures gelezen en bijna voor de hele week een planning gemaakt waar we naar toe moeten. Het is dan weer een hele toer om de planning een beetje bij te stellen maar dan neemt het vakantiegevoel het over van de stress. Natuurlijk heeft mijn vrouw gelijk als ze zegt dat we van alles gaan bekijken alleen het tempo waarin daarin verschillen we nog weleens van mening. We gaan sinds een aantal jaren met z’n tweetjes (onze dochters 23 en 25 gaan niet meer mee) Die hebben hun eigen planning en maar goed ook. Daarnaast is het ook wel handig ze passen dan op de katten en onze hond, ze letten op de duiven (niet geheel onbelangrijk) en op het huis. Ondanks dat we de meisjes graag rondom ons heen hebben is het ook wel een fijn gevoel dat zij het fort bewaken. Mijn duivenmaatje Tonnie gaat elke dag even bij de duiven kijken of er geen gekke dingen zijn. En nu we het toch over de duiven hebben. Ik heb een heel leuk vliegseizoen gehad vooral met de jonge duiven. Het enige smetje is dan toch wel de verliezen van de jonge duiven. Ik was met 37 jonge duiven begonnen en ben er met 18 geëindigd. Maar de jonge duiven waar ik mee heb gevlogen hebben het meer dan goed gedaan en ik ben er heel tevreden over. Ook voor de aanvulling is dat fijn. Zoals het er nu naar uit ziet heb ik ± 7 a 8 doffers en de rest duivinnen. Ik ben vooral blij met het aantal doffers. (In 2018 had ik 12 jonge duiven over waarvan 3 doffers.) Dus voor aankomend jaar is mijn vlieghok wat betreft de doffers gevuld. Met een beetje mazzel heb ik 8 kooien gevuld met doffers die ik mooi kan koppelen aan jonge duivinnen. Op deze manier wil ik op dubbel weduwschap gaan spelen. Ik wil voor 2020 mijn jaarlingen toch wat meer laten gelden dan het afgelopen jaar want dat was qua prestaties niet “je van hét”. Het geduld bewaren dat is nu de hoofdzaak ik ben een hok in opbouw. Twee jaar geleden opnieuw begonnen op een nieuwe locatie en ook nog tijdens een mega verbouwing. Eind 2019 en begin 2020 staat de aanpak van de achtertuin op de planning dus er is weer veel werk aan de winkel. Ik hoop deze een heel eind klaar te hebben voordat het vliegseizoen begint. Ik schrijf dit vanuit mijn vakantie adres op Madeira waar het nu heerlijk weer is 25 graden lekker zonnetje. Ik kreeg net te horen dat ik een beetje moet opschieten. Vandaag staat de kabelbaan op de planning om daarna naar beneden te vliegen met de Tobogan. Een soort arreslee gevlochten van riet, waar je met een moordgang naar beneden suist. Dus ik ben benieuwd. Vanavond loopt ook de bonnenverkoop van de KNEC af op duivennet. Nog steeds een mooi initiatief van en voor de liefhebber. Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer. En zoals ze op Madeira zeggen “TENHA UM BOM DIA” wat zoveel betekent als een hele fijne dag toegewenst.

Update 29 september 2019

In aansluiting op 2018 heb ik dit jaar wederom een prachtig jonge duiven seizoen gehad met als hoogtepunt 3e onaangewezen en 5e kampioen jonge duiven midfond in afd 8 kring ZO en 4e beste asduif 19-1257512 (Alfred Strijker) 25e onaangewezen en 16e aangewezen in Vlieggebied ZO GOU

3 september 2019

Het vliegseizoen zit er zo goed als op, hier en daar nog wat taartvluchten en zo eindigen we weer een bewogen vliegseizoen. Met hoogtepunten en ook dieptepunten. Het belangrijkste is dat we weer wat wijzer zijn geworden over ons duivenbestand. Waar komen de betere duiven uit en welke duiven je hebben verrast. Het is weer een opmaat voor het volgende seizoen, want zo snel gaat het in de duivensport. De vluchten zijn afgelopen de balans word opgemaakt, er wordt geselecteerd om volgend jaar weer zo goed mogelijk aan de start te verschijnen. De vraag die bij veel liefhebbers speelt is natuurlijk het vliegprogramma. Er is de laatste jaren al veel over te doen geweest. Maar wat is nu wijsheid.? Het grootste probleem ligt mijn inziens bij de jonge duiven vluchten. Zoals een spreekwoord zegt zonder jeugd geen toekomst. De laatste jaren zijn de verliezen onder de jonge duiven alleen maar toegenomen en niemand kon of kan er de vinger echt opleggen. De remedie voor veel liefhebbers is geweest om de jonge duiven op de natoer vluchten te gaan spelen en met over het algemeen met veel succes. De verliezen waren en zijn beduidend minder ( uitzonderingen daargelaten). Vandaar ook mijn overtuiging en betoog om de jonge duiven vluchten vanaf augustus te gaan vervliegen. In het Spoor werd al een vernieuwd voorstel vliegprogramma gelanceerd. Wat mij betreft een heel acceptabel voorstel. Per discipline de vluchten afwerken met daartussen ruimte voor een vrij weekend. Wat ook in het voorstel stond, om vanaf begin augustus de jonge duiven te gaan vervliegen. Ik denk dat het meer als de moeite waard dat de NPO en alle besturen dit voorstel serieus gaan bekijken. Deze week is er een enquête in Het Spoor Der Kampioenen bijgevoegd waar men de voorkeuren qua vliegprogramma kan aangeven. Ik hoop op een massale deelname zodat we aankomend seizoen met alle vernieuwingen in het vliegprogramma en de duivensport een positieve slag kunnen slaan. Met minder verliezen en daardoor meer plezier in de duivensport, voor alle disciplines. Voor mij is het qua prestatie’s een aardig jaar geweest. Met de oude duiven af en toe een klein prijsje. Daarentegen ging het met de jonge duiven een stuk beter. In de vereniging 2e onaangewezen en 3e aangewezen tevens de 2e / 9e en 10e beste duif op de JD Midfond. In de Kring 3e onaangwezen en 5e aangewezen en de 4e beste asduif al op de JD Midfond. Op Sens nog een 1e in de vereniging en de kring. Op Melun een 2e in de vereniging en in de kring. Ik ben met 37 jonge duiven gaan spelen en geëindigd met 18 jonge duiven. Tijdens de africhtingsvluchten 18 jonge duiven verspeeld. Dus met 19 duiven begonnen aan de 2e jonge duivenvlucht.(de eerste vlucht voorbij laten gaan i.v.m. coli) In totaal dus iets meer als de helft verspeeld. Ik hoop dat de NPO open zal staan voor de liefhebbers en hun voorstellen en ideeën. Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.

Op de zware natoer vlucht N34 moesten bij diverse liefhebbers na het afslaan van de klok nog redelijk wat duiven huiswaarts komen. In de dagen na de vluchter zijn er bij veel liefhebbers nog veel duiven nagekomen. Vlucht N35 had dezelfde lossingsplaats als N34. Dus veel liefhebbers hadden ervoor gekozen om alle duiven of een gedeelte van de duiven niet te spelen op N35. Zeker gezien de zware vlucht van die week ervoor. Dus dat verklaart ook deels waarom er op N35 beduidend minder duiven in concours waren.

 

DEEL 3: JONGE DUIVEN VLUCHTEN IN AUGUSTUS!

De natoer vluchten vorderen gestaag, ik blijf erg benieuwd naar het verloop van deze vluchten. Zeker omdat er veel jonge duiven op deze vluchten worden gespeeld. Zoals ik al in deel 1 en 2 schreef ben ik groot voorstander om met de jonge duiven vluchten aan te vangen in augustus. De reden hiervoor is, dat de verliezen aanzienlijk minder zijn ten opzichte van de jonge duiven vluchten die vanaf mei worden vervlogen. Neem nou vlucht N33 deze viel in een weekend waarin het alleen maar geregend heeft. Het begon al met de midfond vlucht voor de jonge duiven. Deze werden donderdag ingekorfd en op vrijdag gelost i.v.m. het voorspelde slechte weer. Deze vlucht is overigens goed verlopen. De natoer werd vrijdagavond ingekorfd om zaterdag gelost te kunnen worden. Maar zoals reeds voorspeld was het weer de spelbreker en werden de vluchten uitgesteld naar zondag of in sommige gevallen helemaal uitgesteld. De duiven bleven dus een nacht overstaan, iets wat bij de jonge duiven pas toegestaan is volgens de reglementen bij de 3e vlucht. Voor de ervaren duiven zal een nacht langer in de mand weinig problemen geven. Voor alle jonge duiven op de natoer zou dit wellicht wat moeilijker kunnen worden. Zeker gezien de tienertoer die de jongelingen hebben afgelegd. Begonnen in Biergehs, toen naar Duffel en toen naar de definitieve losplaats St. Job in het Goor. Op deze plaats aangekomen hebben ze nog tot laat in de namiddag moeten wachten voordat ze gelost konden worden. Natuurlijk zit je weer met geknepen billen te wachten op je duiven. Zeker gezien het weer en het tijdstip (15.50 uur) van de lossing. Maar niets bleek minder waar. De vlucht had ondanks alles een goed verloop en veel liefhebbers hadden jongen duiven voorop. Bij mij in de club waren de prijzen in goed 7 minuten verspeeld. Dus ook bij vluchten met moeilijke omstandigheden komen de jonge duiven op de natoer vluchten goed naar huis. Ik wil niet de wijsneus uithangen, maar de cijfers liegen gewoonweg niet. Ik heb mij ook af zitten vragen wat de nadelen zouden kunnen zijn. Bijvoorbeeld dat de jonge duiven in de rui kunnen vallen. Ik heb daar bij het inkorven bij onze club op gelet en er zijn inderdaad duiven bij die wat pennen gegooid hebben maar het gros zit nog goed in de veren. Daarnaast zijn de duiven veel verder volgroeid, mooie volle duiven met blinkende nekken die blaken van gezondheid. Zo zagen de duiven er ook weer uit voor de volgende natoer vlucht N34. Veel liefhebbers hebben alle jonge duiven gespeeld omdat er geen jonge duivenvlucht was. De weersvooruitzichten waren goed, droog, zonnige temperaturen tot 30 gr en O – ZO wind. En juist deze wind kan weleens een spelbreker zijn. Als de O in de wind zit en de hemel strak blauw kijkt. Dan is het voor het jonge duiven wat moeilijker om zicht te oriënteren. Het was dan ook geen makkelijke vlucht zeker voor de wat latere jonge duiven. Bij mij in de club was bij het afslaan 75% thuis. Het merendeel wat nog niet thuis was waren inderdaad de latere jongen, die alleen op de natoer zijn gespeeld. De eerste 10 prijsduiven waren allemaal jonge duiven en dat was ook het algemene beeld in den lande, uitzonderingen daargelaten. Wat wel typisch was bij deze vlucht was de berichtgeving betreft de lossing. Er werd aangegeven dat er i.v.m. de hoge inversie beslist niet gelost kon worden voor 9.00 uur. Een uurtje later stond vermeld dat de duiven om 8.45 waren gelost!!. Het zal ongetwijfeld verantwoord zijn geweest om de duiven om 8.45 te lossen. Alleen het lijkt een beetje knullig. Zeker als er dan wat duiven achterblijven wordt het lossingbeleid in deze meteen ter discussie gesteld. Ik heb nog diverse liefhebbers nagebeld die bij het afslaan nog een behoorlijk aantal jonge natoer duiven miste. En deze vertelde dat er sinds het afslaan nog steeds duiven binnen blijven druppelen. Dus ook op deze moeilijke natoer vlucht blijkt dat de verliezen beduidend minder zijn dan bij de jonge duiven vluchten. Reden temeer om de jonge duiven vluchten te vervliegen vanaf augustus. In het belang voor de duiven de liefhebber en niet onbelangrijk voor de totale duivensport. Ik kan me niet voorstellen dat het NPO bestuur dit niet serieus neemt. We kunnen er niet omheen want de cijfers liegen niet. Wat zou dan de reden zijn om de cijfers en de daarbij horende liefhebbers niet serieus te nemen?

Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.