UPDATE 28 FEBRUARI 2020 DUIVEN , KWEEK EN WAT VERDER TER TAFEL KOMT (wvttk)

 

Het is alweer bijna maart de kweek is nog in volle gang. Bij sommige liefhebbers vliegen de eerste jongen al rondom het huis. Zouden er liefhebbers aan het africhten zijn? Nééééé dat zal toch niet !!!!!!. Maar je weet maar nooit. In ieder geval komt er weer een mooie tijd aan voor de duiven melker. Als het goed is zijn de duiven geselecteerd en gaan we ons opmaken voor het aankomende vliegseizoen. In onze club komt dit jaar een dierenarts. De leden kunnen vrijwillig meedoen aan een onderzoek van 4 duiven en een mestonderzoek en verder zijn er ook nog diverse mogelijkheden om de duiven te laten enten. Ik vindt het een goed initiatief al stuit het in de club wel hier en daar op weerstand omdat sommige leden het gevoel krijgen dat ze met de billen bloot moeten en afgerekend of erger nog aangekeken worden als hun duiven iets mankeren. Ik denk zelf dat het een goede zaak is en dat je als club en leden hier volwassen mee om moet gaan. Op deze manier heb je een beter inzicht over de gezondheid van je duiven en waar nodig kun je er ruimschoots voor het vliegseizoen nog wat aan doen. Daarbij is het ook een activiteit op de club waar de melkers weer bij kunnen praten over de kweek, het nieuwe vliegseizoen en alles wat met de duivensport te maken heeft.

 

De afgelopen weken is er op TV een serie uitgezonden “Onze jongens op Java” Mijn vader heeft 3 jaar in voormalig Ned-Indië gediend . Ik heb over deze periode als eens een stukje geschreven. Nu naar de uitzending op TV over deze oorlog. Heb ik gemeend ter nagedachtenis van mijn vader deze Column nogmaals te plaatsen op mijn site. Zeker omdat er nu veel meer duidelijk is geworden over de strijd die de militairen hebben moeten leveren. Niet tegen hun tegenstanders maar ook met zichzelf.

Voor Koningin en Vaderland

4 en 5 mei worden door heel Nederland op allerlei manieren herdacht. Zo ook in het dorp waar ik woon.Afgelopen week viel bij mijn thuis een briefje op de mat. Het was een persoonlijke uitnodiging van het plaatselijke herdenkingscomité. Dit comité bestaande uit vijf mensen organiseert al jaren de herdenking voor mensen uit ons dorp die tijdens diverse oorlogen zijn overleden, of zijn gesneuveld tijdens gevecht. Het is een mooie bijeenkomst die plaats vindt op het kerkplein. De herdenking wordt muzikaal opgeluisterd door de plaatselijke harmonie en het plaatselijke zangkoor. Ook zijn er wat notabelen en dorpelingen die middels zang, vertellingen en gedichten hun licht laten schijnen over de gebeurtenissen en impact tijdens de oorlog(en).

Nou wil het geval dat mijn vader jarenlang betrokken is geweest bij deze club omdat hij samen met nog een aantal Nederlands-Indië veteranen de oorlog hadden overleefd en op deze manier hun gevallen kameraden hebben herdacht. Sinds het overlijden van mijn vader krijgen wij als familie elk jaar weer een persoonlijke uitnodiging om onder de grote boom vol roze bloesem te komen zitten, om de herdenking bij te wonen. Elk jaar als de uitnodiging op de mat valt, denk ik weer terug aan de gesprekken die ik met mijn vader had over zijn 3 jaren in Nederlands-Indië.

Het was net na de 2e wereld oorlog dat mijn vader werd opgeroepen (en vele met hem) om ver van huis onze kolonie te gaan verdedigen voor “Koningin en Vaderland”. En zoals mijn vader achteraf zei dat dit de grootste onzin was die hij gehoord had. Hij vertelde dat ze in Ermelo in een tijd van zes weken, getraind in de sneeuw, werden klaargestoomd om deze klus te gaan klaren! Er was net na de II WO niet voldoende legerkleding voorradig, alleen de wat hogere in rang hadden uniformen. De jongens voor het front liepen in een terlenka broek met geitenwollen sokken die over de broekspijpen werd gedaan om toch een klein beetje op een stoere militair te lijken. De (super getrainde) mannen werden met honderden op een grote zeeschuimer gezet en naar (Oost) Nederlands-Indië vervoerd. Om daar los gelaten te worden in een land ver van huis zonder familie en nog met de II WO in gedachten.

Na de Japanse overgave roept de regering van Indonesië de onafhankelijkheid uit. Nederland wil Ned.Indië graag behouden en stuurt diverse bataljons Jagers en Grenadiers om deel te nemen aan politionele acties. Ook werd De Eerste Divisie 7 December opgericht om als speciale eenheid rust, orde en veiligheid te herstellen. Mijn vader werd met zijn bataljon gestationeerd op Oost-Java vlakbij het mooie Surabaya. Ver van huis in een heel andere cultuur en tropisch klimaat werden ze in Sumenep gelegerd om terecht te komen in een gruwelijke anti-guerrilla oorlog. In een oorlogssituatie ver van huis worden je dienstmaten je familie en ontstaan er vriendschappen voor het leven. Zo was dat voor mijn vader ook het geval. Uit deze periode heeft hij tot aan zijn overlijden toe twee grote vriendschappen overgehouden, waarvan er met één van hen een hele bijzondere band. Ze waren op patrouille en moesten via een brug de rivier oversteken, tijdens de oversteek kwamen ze onder vuur te liggen en mijn vader raakte met de zware bepakking te water. Hij kwam in de stroming terecht en door de zware bepakking kon mijn vader zich niet boven water houden. Een tiental meters verder de rivier op heeft zijn dienstmaat hem aan de haren boven water en aan de kant getrokken. En zo heeft mijn vader, toen ze tijdens wéér een patrouille met hun carrier (half rupsvoertuig) op een bermbom liepen en er diverse doden en gewonden dienstmaten waren. Heeft hij ervoor gezorgd dat de nog levende zo goed mogelijk verstopt en in veiligheid kwamen. Daarnaast heeft hij alle handwapens meegenomen om 10 km verderop hulp te halen, zodat zijn gesneuvelde en gewonde dienstkameraden opgehaald konden worden.

Jaren later in 1995 is mijn vader onderscheiden voor deze actie met het Draaginsigne gewonden. “VULNERATUS NEC VICTUS” wat zoveel betekent als verwond maar niet overwonnen. Dit insigne is in Nederland pas in 1990 ingesteld en heeft dezelfde waarde als het Purple Hart in het Amerikaanse leger. Dit insigne heeft hij verdiend en gekregen op voorspraak van zijn goede vriend en dienstmaat “Piet Boon”.

Ik heb mijn beste duif vernoemd naar deze man “de Piet Boon 902” Deze man kwam uit een roemruchte duivenfamilie in Alblasserdam en hij en zijn familie konden het ook zeer waarderen dat ik de duif naar hem heb vernoemd en een foto van heb laten maken. Deze heeft een prominente plaats in zijn woning heeft gekregen. Beide mannen zijn helaas overleden allebei op 86 jarige leeftijd.

Ik wil dan ook een lans breken voor deze bijna uitgestorven generatie Indiëgangers die met de WO II in hun hoofd werden uitgezonden naar een ver vreemd land om daar voor “Koningin en Vaderland “te gaan vechten. Om bij terugkomst en ook nog later te worden verguisd door de publieke opinie. En zoals mijn vader dan ook zei, Voor god en vaderland, we waren bang en hadden heimwee en wilden hoe dan ook overleven. Veel van deze mannen kwamen getraumatiseerd terug. Er was toen nog niets van PTSS, dus ook geen begeleiding. Ze moesten zelf hun weg weten te vinden, en al hun herinneringen en gebeurtenissen zien te verwerken. Wij als kinderen van deze militairen zijn opgevoed met hun angsten en trauma’s, iets waar ik later pas achter kwam en merkte dat het toch een bepaalde impact heeft gehad in je leven.

Gelukkig is er voor de militairen die nu uitgezonden worden voldoende aandacht en begeleiding als ze terug komen van een missie. Zodat deze mensen hun verhaal kwijt kunnen en waar nodig hulp krijgen.

En zoals mijn moeder dan zei; “Je vader heeft acht jaar oorlog gehad en de rest van zijn leven ondergedoken gezeten. Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.

Ter nagedachtenis aan mijn vader en alle gesneuvelden (ruim 6000) en alle overlevenden, die bij terugkomst in Nederland niet het begrip kregen wat ze hadden verdiend.

 

Peter van Fulpen

 

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.