Toen we een paar jaar geleden ons huis hadden verkocht waren we tijdelijk verhuisd naar een bejaardenflat, of zoals ze het hier noemen een senior luxe appartementen complex. Nu wonen in deze luxe appartementen bewoners die over het algemeen nooit hebben gespaard om geld op hun bankrekening te krijgen, hun bankrekening was bij hun geboorte al tot de nok toe gevuld. (het enige wat ze wel hebben gespaard zijn airmiles). Je kunt dan ook aan alles zien dat deze mensen in weelde zijn opgegroeid. Zo heeft het gros nog een werkster (zo wordt dat nog genoemd) die komen van 1 keer tot wel 5 keer per week werken en dienen in de verloren uren als gezelschap. Maar als er familie of vrinden op visite komen moet de schort weer aan en staan de werkster weer vol overgave in de keuken om het bezoek van theetje of koffietje met het daarbij behorende bonbonnetje of kaakje te voorzien. Zo is dit appartementencomplex ook voorzien van een chic restaurant (met uitzicht op de bostuin) waar je “á la carte kunt bestellen met het daarbij behorende wijn arrangement. Verder is er nog een cinema (bioscoop) een fitnessruimte waar onder begeleiding van een instructeur gefitnesst kan worden en een beautysalon. Daarnaast is er nog een ontmoetingsruimte waar kerk en recepties worden gehouden. En dan niet te vergeten de tuinzaal (the place to be) waar na het diner onder het genot van een Whisky , Chardonaytje of soms ook een bubbeltje, piano en bridge wordt gespeeld. Zo kwam ik afgelopen week zo rond een uur of tien in de avond aan bij ons tijdelijke woonadres. Ik parkeerde de auto bij de achteringang van het complex, toen ik uitstapte merkte ik dat ik de sleutels van ons appartement vergeten had. Ik stond bij de auto en hoorde uit de tuinkamer de vrolijke tonen van de piano door de schemeravond galmen. Terwijl ik een klein duivenmandje uit de auto pakte, bedacht ik me dat de tuindeuren open stonden anders kon je de piano buiten niet zo goed te horen. Ik bedacht me geen moment en met het duivenmandje in de hand liep ik richting tuinkamer waar inderdaad de deuren openstonden om via deze weg naar ons appartement te lopen. Toen ik naar binnen liep werd ik aangesproken door een statige mevrouw met zilvergrijs haar een mooie kobaltblauwe zijden blouse, een beige linnenbroek en zilveren muiltjes met strikjes. Zei vroeg mij op een gebiedende toon waar de reis naar toe ging. Ik vertelde haar dat wij hier tijdelijk woonde en dat ik de sleutel was vergeten, en via de tuinkamer naar ons appartement wilde lopen. Ze keek me aan en vroeg toen wat er in dat mandje zat, ik vertelde haar dat ik postduiven had en dat ik wat jonge duiven had meegenomen voor een kennis. Oh postduiven zei ze ”bestaan die nog” mijn man had vroeger ook postduiven vervolgde ze. We woonden toen nog in onze villa “Et Porta Coeli” (wat zoveel betekent als poort naar de hemel) ging ze verder, op de bovenverdieping van de villa hield mijn man postduiven, die hij ook aan wedstrijden mee liet doen en dat deed hij niet onfortuinlijk. Samen met een bevrinde dierenarts zaten ze uren in het duivenverblijf over duiven te filosoferen. Mijn man zei ze, was ervan overtuigd dat alleen kerngezonde duiven konden presteren en riep ook regelmatig de hulp van zijn bevrinde dierenarts in. Ook heb ik ze ook weleens horen spreken over middeltjes waardoor de duiven sneller gingen vliegen en een langer uithoudingsvermogen kregen. Met een glimlach vertelde ze dat haar man een bevlogen duivenliefhebber was, die na het overlijden van bevrinde dierenarts de prestaties zag achteruit gaan. Een jaar na zijn overlijden is hij gestopt met de duivensport. Hij kon zijn passie niet meer delen. Tijdens onze laatste verhuizing, ging ze verder kwam ik in de garage nog duiven-reismanden en van die klokken tegen. Ook vond ik nog een boekje met allerlei nummers en gedetailleerde omschrijvingen van duiven en prijzen die ze gewonnen hadden. Ze keek een beetje voor zich uit en zuchtte alles is op de container gegooid er is niks van bewaard gebleven. Zijn er nog veel duivenliefhebbers vroeg ze, ik vertelde haar dat het ledenaantal de laatste jaren met rassé schreden achteruit waren gegaan. Verder vertelde ik haar dat de Nederlandse Postduiven Organisatie hard aan het werk is om de duivensport aan te passen aan de normen van de huidige tijd. Ze keek me aan en zei ik hoop dat het gaat lukken. De pianist had tijdens ons gesprek een beetje meegeluisterd en toen ik de tuinzaal uitliep begeleide hij mij muzikaal met het liedje “alle duiven op de dam”. Toen ik later op de bank in ons appartement zat vroeg ik mij af welke middeltjes de bevrinde dierenarts toen al wist te fabriceren, om de prestaties van de duiven te beïnvloeden. Zoals mijn moeder weleens zei “een slechte prestatie is ook een prestatie en een opmaat om het de volgende keer beter te doen. Ik zal maar weer zeggen tot de volgende keer.
STATIGE DAME
Bladwijzer de permalink.